HyDriven ontwikkelt waterstof aangedreven raceauto met Eplan

Het team van HyDriven verandert jaarlijks van samenstelling: elke september starten er 30 nieuwe studenten die samen een geheel nieuwe raceauto ontwikkelen. Sinds 2011 doet het team mee aan internationale waterstofracecompetities zoals de Shell Eco Marathon. Nadat ze in deze competitie twee keer Europees en een keer wereldkampioen waren geworden, besloot HyDriven de bakens te verzetten: “We wilden meedoen aan de Formula Student, een race voor elektrische voertuigen. Omdat deze competitie geen waterstofklasse heeft, besloten we die zelf op te zetten. Dat is echt pionieren. Zo helpen we zelfs de raceorganisatie met het opstellen van een regelboek om op een veilige manier een waterstofauto te ontwikkelen”, zegt Diego Rooijackers van HyDriven.

Eerste doel bereikt

Momenteel bouwt HyDriven aan de vierde generatie van zijn waterstof fuel cell racewagen. Deze auto gaat komende lente en zomer meedoen aan verschillende races met diverse disciplines in onder andere Duitsland (Circuit Meppen) en Oostenrijk (Red Bull Ring). Voorbeelden van disciplines zijn een acceleratietest en endurance race, waarbij het ’t is doel om zo snel mogelijk een afstand van 22 kilometer af te leggen. “Nu zijn we nog de eerste en enige met een waterstofauto, maar volgend jaar gaan er meer internationale studententeams meedoen in de waterstofklasse.” Met de deelname en oprichting van deze nieuwe categorie heeft HyDriven zijn eerste doel bereikt. “We willen laten zien dat waterstof, net als elektriciteit, een veilige en toegankelijke bron is voor de aandrijving van raceauto’s.”

Harness ProD en Electric P8

Dit jaar gebruikt HyDriven voor het eerst Eplan om het racemodel te ontwikkelen. “We hebben eerst de bekabeling van de vorige auto geïnventariseerd en die in een elektrisch schema in Eplan gezet. Dat is leidraad voor het model van de auto dat we daarna op onze testtafel hebben nagebouwd”, zegt Rooijackers. HyDriven gebruikt Eplan Electric P8 voor de elektrotechnische engineering en Eplan Harness proD om de bekabeling in een mechanisch 3D-model te plaatsen. “Waar zitten bepaalde componenten, hoe interacteren die en in welke volgorde moeten we die plaatsen? Dat zijn vragen die we dankzij het elektrisch schema in Eplan kunnen beantwoorden. Dat alleen is al een flinke winst ten opzichte van eerdere jaren toen we de eerst de kabelboom trokken en daarna het elektrisch schema tekenden.”

Positieve innovatiespiraal

Met Eplan heeft HyDriven meer overzicht. “Voorheen duurde het lang om te achterhalen waar het mis ging als we tijdens de bouwfase vastliepen vanwege een ontwerpprobleem. Dat was frustrerend, want we wilden eigenlijk zo snel mogelijk gaan testen”, legt Rooijackers uit. “Doordat we nu werken met een digitaal model, weten we meteen waar problemen zitten en hoe deze veroorzaakt worden. Deze kunnen we nu in een paar minuten oplossen.” Ook issues die tijdens het testen aan het licht komen, kan HyDriven dankzij Eplan eerder pinpointen en oplossen. Daarmee wordt een positieve innovatiespiraal in gang gezet: het team ontdekt fouten sneller, kan deze eerder oplossen en weer eerder een nieuwe test uitvoeren. Dat resulteert uiteindelijk in een verder doorontwikkelde auto met betere prestaties en meer veiligheid.

Beter te begrijpen

Het toegenomen overzicht maakt het voor iedereen makkelijker om de auto te leren kennen. “Afgelopen semester is er een teamlid bijgekomen. Die kan het model in Eplan goed bekijken en heeft zo snel door hoe de auto in elkaar zit. Ook bij de jaarlijkse overdracht is dat heel handig: het nieuwe team heeft sneller door hoe alles werkt en kan dus eerder aan de slag om zijn eigen, nieuwe versie te ontwikkelen.” Een ander voordeel is volgens Rooijackers dat Eplan de onderlinge samenwerking makkelijker maakt. “Doordat het digitale model voor iedereen begrijpelijk is, kunnen ook teamleden zonder elektrotechnische achtergrond gericht meekijken en meebeslissen over aanpassingen.” Hoever is HyDriven nu met de ontwikkeling? “Momenteel zijn we de kabelboom aan het intekenen in Harness proD. Daarna start de manufacturing-fase en gaan we testen voor de race. Alles ziet er goed uit. We verwachten dat de auto beter gaat presteren dan zijn voorganger… en dat is ook een belangrijk doel, want zo laten we zien dat er nog veel meer mogelijk is met waterstof aangedreven voertuigen.”